Bruisen
Ze moest een flesje Spa Rood bestellen en haar glas voor de helft vullen met het bruisende water. Daaraan zou hij haar herkennen. Ze was gevallen voor zijn sportiever uiterlijk. Cindy zou hem herkennen aan zijn zwarte baseballpet met het logo van de New York Yankees. Ze had nooit eerder gedate op Tinder. Een rare situatie vond ze het wel en een vreemde locatie ook.
De kantine van de honkbalclub was op dit tijdstip nagenoeg leeg. Aan de bar stonden een stel mannen te bravouren. Niemand droeg een baseballpet.
Als het een kwartier na de afgesproken tijd is besluit ze dat ze lang genoeg heeft gewacht. Ze zet het flesje op zijn kop in het glas en vertrekt zonder om te kijken.
Rillen
Rillend staat ze aan de kant. Het is niet de temperatuur. Angst voor water kan het ook niet zijn; iedereen noemt haar een waterrat. Wendy beeft als een rietje. Ze had vannacht een nachtmerrie en ze werd nat van het zweet wakker. Staand bij de rivier laat de droom, waarin iemand verdrinkt, haar niet los. Ze raadt haar zusje aan niet het water in te gaan. Harriet lacht alleen maar om zoveel onzin en neemt een duik vanaf de brug. Wendy loopt weg. Ze vreest het einde.
Utrecht, okt. 2024
Plagen
Dit keer heb ik het mezelf makkelijk gemaakt. Geen spaghetti met knakworstjes waar ze dol op zijn, maar gewoon friet. Nee oma, het is patat, hoor ik ze al zeggen. Nou, voor mij als Brabantse zal het friet blijven, ook al woon ik inmiddels boven de rivieren. Sinds ze kunnen lezen en schrijven verbeteren ze mij graag. En net als mijn oom er bij mij vroeger een spelletje van maakte, maak ik er met de tweeling ook een lolletje van. Hoewel, voor hen is het bloedserieus. Ze hebben immers net op school geleerd hoe ze moeten spellen. ‘We eten er paprika-salsa bij’, zeg ik als we bijna aan tafel gaan. ‘Neeeee oma, het is paa-pri-kaa’. ‘Dat zeg ik toch, pap-ri-ka’, plaag ik. Wijsneuzerig leggen ze me uit waarom ik paa-pri-kaa moet zeggen. Ik verdedig mezelf slapjes met het argument dat hun lesmethode vroeger niet bestond en dat deze groente toen nog helemaal niet te koop was. ‘Pap-ri-ka,’, zeg ik nog maar eens om ze te plagen, ook in de wetenschap dat het volgens Onze Taal niet fout is.
In welk 'kamp' zit jij?
Augustus 2024
Simpel
Het is simpel, zegt mijn vader. Stap voor stap doet hij het voor. Fiets omkeren, band leeg laten lopen, ventiel eruit, bandenlichters plaatsen, buitenband eraf wippen en de binnenband eruit halen. Uiteraard staan emmer met water en setje bandenplak klaar voor gebruik. Is de binnenband eenmaal los dan lichtjes oppompen. Nu ontdekken waar het gaatje zit. Met twee handen de band vastpakken met 10 cm ertussen, iets uittrekken en onderdompelen in de emmer. Geen luchtbelletjes? Dan het volgende stukje band vastpakken, uittrekken en weer onderdompelen. Net zolang tot het lek boven water komt. Dan het gebied rondom het lek goed droogmaken, licht opschuren, rondom insmeren met solutie, stukje oude fietsband afknippen, de zijkanten wat ronding geven, ook insmeren. Nu beide even laten indrogen. Intussen controleren of er geen scherpe stukjes in de velg of in de buitenband zijn achtergebleven. Beplak dan het gaatje, stevig aandrukken. Als proef op de som de band weer oppompen en controleren of het gaatje dicht is en of er geen andere lekkages zijn. En in omgekeerde volgorde weer alles in elkaar zetten.
‘Oh ja, de binnenband eerst licht oppompen voordat je 'm terugplaats. Anders komt ie misschien gedraaid te zitten'.
Maar voor mijn kinderhandjes bleek het helemaal nog niet zo simpel!
Juli 2024
Poespas
Sinds het ongeluk op haar dertiende moet Cindy elk half jaar voor controle naar de neuroloog. Zonder begeleiding van een van haar ouders gaat ze naar het ziekenhuis. Elke keer moet ze zich helemaal uitkleden. Een kleedhokje ontbreekt. Zonder poespas doet ze haar kleren uit en legt die over de stoel. Enigszins onzeker loopt ze dan naakt een paar keer over een denkbeeldige lijn. De arts kijkt toe. Dan mag ze zich weer aankleden. ‘Over een halfjaar weer terugkomen’, luidt zijn conclusie.
Zie hier de tijdgeest van de jaren zeventig van de vorige eeuw.
Juli 2024
Oorverdovend
Het geluid van piepende banden en krijsende remmen dringt de huiskamer binnen. Een fractie van een seconde houden we de adem in en is het oorverdovend stil. Daarna volgt de klap. Het is schering en inslag, hier aan deze drukke provinciale weg. Een auto die nog snel even ertussen wil schieten. Een fietser of voetganger die denkt dat de oversteek nog wel kan lukken. ‘Die auto’s rijden ook veel te hard’, moppert mijn vader. Na de klap rennen we naar buiten om de schade op te nemen, mijn vader om eerste hulp te bieden. Menig slachtoffer zat in onze huiskamer.
Blijft het stil na de piepende banden dan weten we dat de engeltjes weer goed werk hebben verricht.
juli 2024
Niet iedereen
Op het afgetrapte grasveld rent een kluitje kids achter de bal aan. Ze duwen, trekken, tackelen om maar bij de bal te komen. De trainer fluit af. In periodes van kampioenschappen op tv treedt hij wat strenger op. Ze willen allemaal een Messi of Mbappé worden. Met uitzondering van Jantje. Het ventje zal nooit een voetballer zijn, maar ja, zijn vader…..
De trainer houdt hem zo veel mogelijk uit de wind en geeft hem klusjes. Ziet hij het magere jongetje over het veld bewegen dan ziet hij een balletdanser in spe. Hij zou willen dat de vader het ook zou willen/kunnen zien.
Juni 2024
Gevangen
Ze bladert door oude fotoalbums en blijft opnieuw verbaasd hangen bij een kiekje uit de jaren zestig. De puber kijkt haar ongelukkig en onhandig aan. Het moment gevangen door de camera.
Als kind is ze maanden bedlegerig geweest. Haar lichaam verandert zonder dat zich ervan bewust is. Groot was dan ook haar schok als ze weer kan staan. Haar magere kinderlijf is veranderd in een mollige tiener.
Inmiddels oud en versleten voelt ze het grote ongemak van destijds nog steeds als een trekken in haar buik.
Juni 2024
Ik ga op wandelvakantie en neem mee….
Meewarig kijken ze me altijd aan. Heb je haar weer. Dat je voor een wandelvakantie een ehbo-voeten-setje inpakt, snappen ze wel. Maar dat je dat ook doet voor een dagwandeling in je eigen omgeving, nee, dat is echt overdreven. Overbodige ballast.
De inhoud van mijn ehbo-voeten-setje is niet heel ingewikkeld: enkele steriele gaasjes, wat tape, compeed, naald en ontsmetter, rekverband, pakje tissues en paracetamol. Oh ja, en een inklapbaar schaartje dat ik 40 jaar geleden eens heb aangeschaft. Heel overzichtelijk en veel weegt het niet. Al menigmaal heb ik mensen onderweg kunnen helpen. Die bedenkelijke blik vooraf is nooit leuk, maar het is een schrale troost dat ik nu al weet dat ze me onderweg dankbaar zullen zijn.
Afgelopen zondag maak ik een wandeling met mijn wandelclubje. Halverwege verliest iemand de zool van zijn schoen (schijnt een bekend euvel van Hanwag te zijn). Dan kan je echt niet verder. Maar ook hier biedt mijn overbodige ballast uitkomst. De zool wordt met tape zorgvuldig vast gezet waardoor de rest van de wandeling kan worden afgerond.
Echt, ik raad het iedereen aan. Maak een eigen pakketje met wat ehbo-spulletjes en laat het standaard in de rugzak zitten. Beter mee verlegen dan om verlegen!
Juni 2024
Trofee
Kromgegroeid maar verder kerngezond, zo wandelt de 92-jarige Nienke dagelijks door het bejaardenhuis. Nou ja, ze kan dan wel met haar vingertoppen haar tenen bijna aanraken, maar overeind komen lukt niet meer. En haar stramme benen hebben betere tijden gekend. Met slippers waarin de alzheimersokken zichtbaar zijn, sleept ze zich breed glimlachend voort. Ze houdt wel van een grapje want alzheimer heeft ze niet. Wekelijks gaat Nienke even naar de buurtsuper om de hoek waar ze bij de praatkassa contant betaalt. Met de aankopen als trofeeën in het rollatormandje loopt ze dan terug naar het huis. Eenmaal bij de eetzaal lijkt ze wat minder krom. Een triomftocht langs de minderen der aarde.
Mei 2024
Flinterdun
Binnen de kortste keren was zijn komst in het dorp het gesprek van de dag. In de winkel van haar ouders kwamen zowel voor- als tegenstanders. Feit is dat aan de parochie een jonge knappe kapelaan met een frisse kijk op het geloof en de katholieke kerk was toegevoegd. Om een goed gelovige te zijn hoefden we voortaan niet meer naar de kerk.
Maar lang heeft hij onze parochie niet gediend. Na een stevige winter met ijs op de vennen schaatste hij zwierend met haar zus over het bevroren water. Het ijs was misschien dik genoeg maar zijn geloof in God bleek flinterdun.
Nog decennia na dato krijgen de tienermeisjes van toen blosjes op de wangen wanneer kapelaan R ter sprake komt.
Mei 2024
Bijvangst 2
Nu haar tijdelijke arbeidscontract was omgezet in een vast, kon ze op zoek naar huisvesting. Eenvoudig zou dat niet zijn in deze overspannen woningmarkt. Tot die tijd treinde ze op en neer en ging op huizenjacht. Ze bekijkt heel wat hokjes, flatjes, bovenwoninkjes. Maar niets wat haar aanspreekt. Er gaat een jaar overheen voordat ze een leuk klein huisje vindt. Er moet een nieuwe keuken in maar voor de rest ziet het er prima uit. Nog een lik verf op de muren en ze kan er zo intrekken. Tuintje op het zuiden met zicht op de Dom. De klim uit een donker dal.
Tijd om haar blik naar buiten te richten en op zoek te gaan naar een nieuwe vrienden-en kennissenkring. Tijdens haar zoektocht naar huisvesting had ze de stad al een beetje leren kennen. En de formule om ergens opnieuw te beginnen heeft ze in haar oude stad al ontdekt. Die zal haar hier zeker helpen.
In september 1990 zet de verhuizer alles op zijn plek. Via via weet ze dat er een nieuw smartlappenkoor is opgericht dat in oktober gaat oefenen in een buurthuis in het centrum. Tussen de smart met een lach vindt ze haar basis voor een nieuwe start. De bijvangst is de liefde van haar leven.
Mei 2024
Bijvangst
Ze heeft niet een heel groot sociaal netwerk maar ze heeft, vindt ze zelf, een slim rooster samengesteld. Hierdoor krijgt ze met grote regelmaat bezoek en, ook niet onbelangrijk, een maaltijd. Koken kan ze al jaren niet meer en de maaltijden van tafeltje-dek-je smaken haar niet. De Hollandse pot is niet aan haar besteed.
Vandaag komen er zelfs twee bezoekers. Het is woensdagmiddag en volgens schema komt de tweeling. De meisjes zijn, ook na hun overstap naar de middelbare school, trouw blijven komen. Hun moeder geeft telkens een paar curry's mee.
Zo'n maaltijd is natuurlijk heerlijk maar dat jonge grut over de vloer en een spelletje rummycub verliezen, daar geniet ze van. Een fijnere bijvangst kan ze zich niet voorstellen.
Mei 2024
Ontpit
Pruimen zonder pit schrijft ze op haar boodschappenlijstje. Veel heeft ze niet nodig, de andere specifieke ingrediënten voor het gerecht heeft ze al wel in huis. Dirkje kookt uit de losse pols, neemt recepten met een korreltje zout. Wanneer ze 's avonds begint met koken ontdekt ze dat ze een zakje pruimen mét pit heeft gekocht. Vervelend maar overkomelijk.
Terwijl haar stoofpotje staat te pruttelen pakt ze het zakje pruimen er nog eens bij. Hoe heeft ze zich zo kunnen vergissen? Ze had toch duidelijk 'zonder pit' gelezen? Maar met grote letters staat er 'unpitted' op het pak. Met kleinere letters eronder 'pruimen met pit'. Duidelijk een lesje Engels voor beginners. Pitted betekent dus gepit, van pit ontdaan. Unpitted moet gelezen worden als niet gepit.
De volgende keer beter opletten, vooral beter lezen.
Utrecht, april 2024
Bestek
Het was geen onderdeel van haar opvoeding geweest. Op 18-jarige leeftijd had Dirkje nog nooit met mes en vork gegeten. Dat was ook niet nodig. Het eten werd geprakt, het vlees (als dat er al was) eerst klein gesneden. Een vork was voldoende. Dat er ook zoiets kon zijn als eetstokjes, stond mijlenver van haar af. En nu moet Dirkje kennismaken met de ouders van haar nieuwe vriendje. Ze ziet er als een berg tegenop. Zijn ouders hebben het restaurant, de Chinees.
Dirkje schaamt zich niet voor haar achtergrond. Ze vraagt You haar snel te leren om met stokjes te eten. Ze wil indruk maken op zijn ouders. Ze kan misschien niet met mes en vork eten, maar dan toch wel met stokjes!
Utrecht, april 2024
Tragedie
De tweeling zit beteuterd aan de kant. Het water van het riviertje stroomt rustig langs hen heen. Het stroompje is niet diep maar ze durven er niet in te gaan staan om de bal te pakken. Het is geen tragedie maar het is wel jammer van die mooie bal. Het is ook vervelend voor oma want het was háár bal. Ze logeren een weekje bij oma. Om een oogje in het zeil te houden komt oma ‘toevallig’ langs.
‘Wat zitten jullie zielig te kijken, meisjes’, begroet ze hen. De bal is in het water gevallen, oma’, zeggen ze bijna tegelijkertijd. ‘Kom’, zegt oma. De kinderen springen op en moeten even hollen om oma in te halen. Ze volgen haar door het park. Zo ver van oma’s huis zijn ze niet eerder geweest. Oma heeft er stevig de pas in. Ze kijkt af en toe achterom of de meisjes haar volgen.
Wanneer ze een brug zijn overgestoken, trekt ze tot verbazing van de kinderen haar schoenen en sokken uit, rolt haar broekspijpen op en stapt het water in. ‘We hoeven nu alleen maar te wachten’. Een paar minuten later drijft de bal onder de brug door hun richting uit. De meisjes staan te juichen op de kant. Wat een slimme oma.
April 2024
Omweg
Ai, daar had ze niet op gerekend. De bus wijkt af van zijn gebruikelijke route. Er is een omleiding. Door deze omweg is ‘haar halte’ uit het schema gehaald. Paniekerig kijkt ze op haar horloge. De voorstelling begint om 20:00 uur. Ze loopt naar de buschauffeur om te vragen waar ze nu het beste kan uitstappen. Hij is niet bekend in dit buurdorp van Utrecht. Op de gok kiest ze voor de eerstvolgende stop. Ze baalt van zichzelf. Waarom heeft ze niet de bus van een half uurtje eerder genomen? Altijd dat efficiënte gedoe! Nu zal het erom hangen of ze op tijd is. Even later stapt ze uit en laat googlemaps haar looproute bepalen. Volgens Google 12 minuten. Gaat ze dat halen? Ze zet er stevig de pas in. Een paar minuten na achten is ze bij het theater. De voorstelling is begonnen en ze mag er niet meer in.
Ze had zich zo verheugd op de try out van Hans Aarsman, een fotograaf die als een ware detective nieuwsfoto’s analyseert. Teleurgesteld loopt ze terug naar de bushalte.
Utrecht, maart 2024
Torso
Aan het begin van haar nieuwe dienst loopt ze eerst de lijst even door. Zijn er misschien nieuwe patiënten tijdens haar vakantie gekomen? Het is niet ideaal om na 4 weken afwezigheid in de nachtdienst te moeten beginnen, maar het kon niet anders had Eline gezegd. Op ‘haar’ afdeling liggen jonge mensen die, meestal na een ongeval, langdurig revalideren. Ah, in kamer 4 is een nieuwkomer, Brian, 28 jaar. Dwarslaesie, na val uit raam. Ze leest het medisch dossier vluchtig door voordat ze haar ronde doet.
Bijna iedereen is nog wakker en wil haar verhalen horen. Vivian maakt avontuurlijke reizen die haar patienten nooit mee zullen kunnen maken. Als laatste klopt ze op de deur van kamer 4. Ze krijgt geen reactie en klopt wat harder. Als ze nog steeds geen herkenning krijgt van haar komst opent ze de deur. Half zittend in bed ligt Brian, licht getinte huid, donkere krullen, een strak shirt over een getraind torso. Zijn ogen zijn gesloten maar hij lijkt niet te slapen. ‘Hallo Brian’. Hij opent zijn groene ogen. ‘Hallo Vivian, waar bleef je nou? Ik heb op je gewacht.’
Utrecht, mrt 2024
Blauwdruk
Twee kapiteins op een schip.
De blauwdruk van een mislukkeling.
Utrecht, mrt 2024
Boontjes
Negen jaar zijn ze, de eeneiige tweeling van verderop. Ze bellen regelmatig aan bij Dirkje. ‘Of ze nog een boodschap of zo voor haar kunnen doen?’. Op haar leeftijd heeft ze niet zo veel meer nodig maar ze vind het heerlijk als de twee langskomen en een klusje of boodschap voor haar doen. Of even komen kletsen voor een koekje. De een is stil en volgzaam, de ander duidelijk de initiator en de deugniet.
Meestal komen de meisjes op woensdagmiddag langs. Ook wel eens op een andere dag, na schooltijd, als ze van hun ouders voor straf geen schermtijd hebben gekregen. Het tweetal neemt Dirkje vaak in vertrouwen over hun kattenkwaad.
Een luid ‘Hallo oma Dirkje’ en geklop op het raam kondigt de meisjes aan. ‘Willen jullie eerst iets voor mij doen, meisjes?’ vraagt ze hen zodra ze de deur open doet. Natuurlijk willen ze eerst iets voor deze bonus-oma doen. Ze weten dat ze altijd goed beloond worden.
Dirkje stuurt ze naar de supermarkt voor een half witbrood en of ze ook haar lege blikjes willen inleveren. Met een briefje van vijf euro en een tasje met 14 lege blikjes huppelen ze weg. De buurtsuper is om de hoek maar de twee meisjes blijven een dik uur weg. Giebelend en met rode wangetjes komen ze terug. Ze geven Dirkje de tas met het brood, het bonnetje en het wisselgeld van het briefje van vijf.
‘Nu moeten we weer snel naar huis, oma Dirkje’, klinkt het opgewonden. ‘Tot de volgende keer’.
Dirkje zwaait ze uit en sluit glimlachend de voordeur. Het is een stelletje heilige boontjes. Maar wel leuke heilige boontjes.
Utrecht, mrt 2024
Doedelzak
Met een schok wordt Dirkje bezweet en met een barstende koppijn wakker. Het is al de derde keer deze week. Steeds dezelfde nachtmerrie. Wat de droom precies zo angstwekkend maakt, weet ze niet. Wel herinnert ze zich nog die vreselijke eentonige muziek en iets met Bram. Naast haar ronkt Bram rustig door, zich van geen kwaad bewust.
Een paar dagen later verrast Bram haar met de mededeling dat hij besloten heeft om doedelzak te gaan spelen. ‘NEE’, gilt Dirkje, ‘geen doedelzak’. Haar nachtmerries blijken voorspellingen. Ze haat het geluid van de doedelzak.
Utrecht, mrt 2024
Snoep verstandig
In haar stadstuin ter grootte van een postzegel doet Dirkje onder een dekentje een dutje in het schrale lentezonnetje. Ze realiseert zich dat ze met haar monumentale huis in de binnenstad behoort ze tot de happy few. Haar tuintje grenst ook nog eens aan een binnentuin, historisch gezien de moestuin van het Regulierenklooster. Als achterburen heeft ze een kinderopvang en een buitenschoolse opvang. In schoolvakanties is het altijd drukker met kinderen en luistervinkt ze graag. De gesprekken van de spelende kinderen en de langslopende toeristen geven regelmatig reden tot een glimlach. Ze wanen zich onbespied.
Een paar, zo te horen al wat oudere kinderen, hoort ze een praatje aanknopen met toeristen. Ze dissen een verhaal op over hun leraar die zo weinig verdient. Of meneer of mevrouw misschien een bijdrage wil geven zodat ze hun arme leraar kunnen ondersteunen. Van slechts één persoon hoort Dirkje dat hij daadwerkelijk de kinderen een bedrag doneert. Dat hij de kinderen door heeft, is ook duidelijk. "Geen snoep kopen hoor!" "Natuurlijk niet meneer" en weg zijn ze. De buit is groot. De rest van de middag hoort Dirkje ze niet meer. Ongetwijfeld naar Jamin.
Utrecht, 29 januari 2024
Groepsreis
"Waar wachten we op" vraag ik. Op wíe wachten we, wil ik eigenlijk vragen. Het antwoord is me bekend. Mijn kamergenoot heb ik vanochtend nog niet gezien. Bij aankomst zijn wij als enige singles van de groep, op dezelfde kamer ingedeeld. Tot een kennismaking was het nog niet gekomen. Heleen liep direct door naar de kamer en ik ging nog wat drinken. Heleen sliep toen ik binnenkwam. Althans daar leek het op. Bij het wakker worden was ze al vertrokken. Ook aan het ontbijt heb ik haar niet gezien. Waarom gaat iemand met een groep op reis als je er toch niet bij wilt horen? Hoewel ik meestal snel ongeduldig ben, voel ik toch ook enige ongerustheid. Als er maar niets gebeurd is.
De gids kijkt nog eens op de namenlijst. "We wachten nog op Heleen. Jullie liggen op dezelfde kamer, weet jij waar ze is?" "Geen idee. Ze was vanochtend al weg toen ik wakker werd”.
Vandaag staat een wandeling vanuit het hotel gepland om te acclimatiseren op deze hoogte. Pas morgen start de tracking van negen dagen. De andere deelnemers staan in kleine groepjes rustig te wachten.
Een half uur na de afgesproken tijd komt het verloren schaap aangestrompeld. Haar gezicht bebloed en betraand, haar bloes gescheurd. Snel loop ik naar haar toe en vang haar ternauwernood op. "Ik kan niet mee", is het enige wat Heleen nog kan uitbrengen.
De wandeling gaat vandaag niet meer door, flitst door me heen.
Utrecht, december 2023
Verzamelwoede
Trots kijkt Dirkje om zich heen naar haar collectie. Wanneer is ze er ook al weer mee begonnen? Ze weet ze het niet precies. Ze staat op en loopt moeizaam naar haar keukentje en schenkt zich een kopje thee in. "Zal ik dan zelf maar een kop inschenken", hoort ze haar dochter pinnig zeggen. Ze was Sybille helemaal vergeten. Zo moeilijk is dat trouwens niet. Haar dochters bezoekjes zijn kort en zonder veel woorden. Sybille komt met regelmaat, maar niet van harte. Vóór Willem was dat anders, hadden ze vaak plezier samen. Maar Willem deugde niet, had een slechte invloed. Niet meteen, maar geleidelijk als langzaam werkend gif. Ze had haar enigst kind een lievere man toegewenst. En ja, er zijn woorden gevallen. Dingen gezegd, die pijn hebben gedaan. Ze heeft besloten het zich niet meer aan te trekken.
Dirkje vindt het jammer dat ze haar passie voor de uil, die uitmondde in haar verzamelwoede, niet heeft kunnen overbrengen op haar dochter. Na haar dood zal het geheel door Willem snel op een veiling belanden en veel geld opbrengen. Er zitten kostbare exemplaren bij. Daar is het Willem en Sybille om te doen. Geld, denkt ze met minachting.
Ze blaast in de hete thee en kijkt naar buiten. Ze ziet zichzelf weer als zesjarig kind. Haar ouderlijk huis had een kleine tuin door een hoge muur omsloten. De toegangspoort veilig op slot. Ze was er vaak om te luisteren naar haar vaders vogeltjes. De door hem gebouwde vogelkooi was niet groot, maar wel heel hoog. Zo leken de fel gekleurde vogels vrijuit te kunnen vliegen. In de tuin stond ook een oude notenboom. Op een van de dikke takken zat een kerkuil. Ze was bang voor de uil. Het beestje keek haar altijd zo lang en indringend aan. Kippenvel kreeg ze ervan. Dat de vogel tam was, kon ze niet weten. Op enig moment heeft ze een bezem gepakt en de uil geslagen. De klap heeft hij niet overleefd. Ze herinnert het zich niet, maar ze heeft haar ouders het verhaal vaak horen vertellen. Vele jaren later, toen ze zich realiseerde wat ze had gedaan, is ze het nachtdier gaan bewonderen. Associaties ook met rust, stilte en wijsheid. Elementen die ze in zichzelf miste.
Sybille zit nu ook met een kopje thee voor zich. Vreemd, vandaag blijft ze wel erg lang zitten, denkt Dirkje. Ze voelt dat haar dochter wacht op het juiste moment. Maar welk moment? Ze durft erom te wedden dat het over de collectie zal gaan. Dirkje heeft er geen enkele behoefte aan daarop te wachten. Ze staat op en hoort zichzelf zacht zeggen "Ik ga de hele donderse boel doneren aan Het Stedelijk”. Ze wacht niet op Sybilles reactie en loopt de kamer uit.
Maart 2013
Goede vrienden
Mag ik mezelf even voorstellen? Mijn naam is James. Ik ben een tafel. Samen met mijn 4 vrienden vormen wij een eethoek. “Made in England” rond 1900. Bekijk ik mezelf kritisch in de spiegel (als dat zou kunnen) dan zie ik een eethoek voor klein behuisden. Nagenoeg vierkant, 3 ft * 3 ft met, zoals ik al meldde, 4 stoelen. Mijn poten, evenals die van de stoelen, zijn sierlijk gedraaid. Het blad heeft een ingelegd patroon van eikenfineer. De stoelen met leer bekleed. Met zo’n verfijnde afwerking kan ik met enige zekerheid stellen niet in een arbeiderswoning gestaan te hebben. Overigens zou ik me daar misschien wel beter op mijn gemak hebben gevoeld.
Als eethoek heb je een belangrijke functie in huis. Een prominente plek, maar zelden wordt er met je gepronkt. Toch maak je belangrijke momenten mee: intieme gesprekken, ruzies en overleggen, met of zonder eten, altijd van dichtbij. Je kunt er de oren niet voor sluiten. Je staat er middenin. Je bent getuige. Heb je een antieke achtergrond, zoals ik, dan kan je ook nog eens meepraten over elke generatiekloof die langs komt of de veranderende eetcultuur. Gelukkig dat ik dit nog steeds met mijn 4 vrienden kan delen.
Een antiekhandelaar heeft mij in de jaren tachtig in Engeland opgekocht. Ons soort is daar dan uit de gratie geraakt. Mijn vrienden en ik mogen van geluk spreken. We passen zo perfect bij elkaar dat ze ons als setje bij elkaar gehouden hebben. Een groot aantal van mijn soortgenoten zijn in die dagen minder fortuinlijk. Het kon zo maar gebeuren dat je als tafel van je stoelen werd gescheiden. Je moest dan maar weer afwachten wie er werden bijgeplaatst. Je hebt het niet voor het kiezen. Ben je eenmaal op jezelf aangewezen dan zijn het altijd foute vrienden die aanschuiven. De (wan-)smaak van de eigenaar heeft het laatste woord.
Maar ik dwaal af. Wij, mijn vrienden en ik, komen terecht bij een dame alleen. Ze koopt ons in een opwelling, maar ik durf te stellen dat ze gelukkig is met ons. Ze straalt gewoon. Mijn nieuwe eigenaar is goed voor mij. Elke dag zit ze aan. In het weekend zelfs uren voor ontbijt met krant. Geen ruzies en met enige regelmaat etentjes. Heel gezellig. Na een verhuizing naar Utrecht trekt er iemand bij haar in. Daarna zitten ze samen genoeglijk elk weekend de krant te lezen.
Op een dag, totaal onverwacht, word ik uit elkaar geschroefd en op zolder gezet!! Mijn vrienden en ik zijn uitgerangeerd. Na 30 jaar trouwe dienst. Ook in Nederland blijkt het inmiddels mode om ongelijksoortige, verkeerde stoelen aan tafels te plaatsen. Dat is ‘in’.
Gelukkig voor ons, worden we als geheel verkocht. Een jong Japans echtpaar ziet het wel zitten met ons als leuk klein antiek eethoekje.
Ik ben helemaal content. Een nieuwe kans, mét mijn (goede) vrienden. Een nieuwe cultuur tegemoet. Het begon met high tea. Vervolgens stamppot met worst en nu op naar de sushi.
Maart 2012
Pleidooi
De toekomst ziet er niet rooskleurig uit voor babyboomers. De zorg wordt niet alleen onbetaalbaar (zegt men) maar er zullen ook te weinig opgeleide mensen beschikbaar zijn. Er moet (nog) meer mantelzorg komen. Of, wordt verder gezegd, die rijke babyboomers moeten het zelf maar gaan betalen. Alsof daarmee wél voldoende zorgverleners geleverd kunnen worden!?
Wat staat ons (de babyboomers) te doen? Gaan actievoeren? Want daar was onze generatie goed in. Lijdzaam afwachten? Voorzorgsmaatregels treffen, maar welke dan?
Ik wil pleiten voor "niet alles wat kan moet kunnen in de geneeskunst" en de pil van Drion vrijelijk beschikbaar. Al maak ik geen vrienden met dit pleidooi.
Utrecht, mei 2022
Mijmeringen
Ik verdwaal in de kronkels van m’n gedachten.
Gedachten alleen
zijn soms voldoende
geluk te vinden.
Op bestelling
In 2010 ben ik ter voorbereiding op mijn pensioen aan het tekenen geslagen. Eerst gewoon op papier met het boek "tekenen voor dummies" op de schoot. Inmiddels ook digitaal. De tekeningen op papier zijn realistisch, de digitale plaatjes lijken meer op striptekeningen.
Het leuke van deze digitaaltjes is dat ze eenvoudig en snel via sms of email te verzenden zijn. Een groet, beterschap, felicitaties of zomaar zonder reden. Net als de potloodtekeningen is progressie te zien in mijn digitale vingerverf-schetsjes.
En opeens is daar een eerste opdracht. H. wil graag een achtergrondje voor haar iPhone.
Leuk toch! Ik voel me vereerd. Ze geeft duidelijke richtlijnen mee. Ik laat haar kiezen uit een paar plaatjes. Eén heeft haar uitgesproken voorkeur, maar…. ze zou toch nog wel wat kleine aanpassingen willen. Of dat kan?
Dit is de toekomst van “kunst" op bestelling.
Booming
Reizen met de trein kan zo ontspannend zijn. Zo lachwekkend zijn. Zo... zijn. Vul het maar in. Elke dag is weer anders.
Twee mensen raken in gesprek. Ik zie hen niet, maar ik hoor ze “loud and clear”. De hele coupé kan meegenieten. Ze tasten af, ze flirten.
Hij, een beginnend fotograaf. Zij, getrouwd, moeder van 2 kinderen en super actief met een blog voor vegetarische recepten. De blog is booming, zegt ze, en nu is ze gevraagd een artikel in te leveren. En ja, daar horen foto's bij. Niet van die boring, natuurlijk. Het lijkt hem leuk om voor haar foto's te maken. "Je bent zo enthousiast. Ik wil wel wat plaatjes schieten. Over de kosten worden we het wel eens."
"Nou ja, ik ben amateur en het levert mij niets op". Maar deze fotograaf weet niet van wijken. Betalen? Och, het kan ook in natura. " Je kan voor me koken toch?". “Ja, natuurlijk”. Telefoonnummers worden uitgewisseld.
Nee, een treinreis is zelden "boring"?
Utrecht, september 2006
Fietsdoden
Mijn oude opa overleed door een verkeersongeval, zo ook mijn oude vader. Ze bleven tot op het laatst actieve burgers. En stiekem hoop ik ook te overlijden door een (eenzijdig) ongeluk.
Maar ik ben bang dat de regeldrift van de overheid daar een stokje voor gaat steken na de uitkomsten van het onderzoek over het stijgend aantal oudere verkeersdoden. In Nederland mag er niemand dood. Ik wil geen lang ziekbed met angst voor allerlei pijnen of (zeer denkbaar) het ontbreken van goede verzorging door gebrek aan personeel, of eenzaam verpieterend.
Zolang er geen pil van Drion op mijn nachtkastje ligt, wil ik blijmoedig fietsend mijn dood tegemoet zonder helm of zijwieltjes.
Utrecht, april 2021
Verliefd
Mijn geheugen is een moeras. Een luchtbel komt boven en laat een kleine rimpeling achter. De luchtbel een leuke herinnering die plots opduikt. De rimpeling mijn glimlach. Naarmate we ouder worden, wordt het water donkerder en ontstaan er vaker luchtbellen.
De eerste kalverliefde, de herinnering borrelt op in de lentelucht. Ik zit in de eerste klas middelbare school. Mikpunt van adoratie is die éne en énige knul op school, die ook bij mij in het dorp woont. Een vijfde klasser. Op een dag heb ik geluk. Mijn fiets heeft een lekke band en hij biedt hulp! Ik mag bij hem achterop en hij voert mijn fiets, sterk als hij is, tegelijkertijd mee. Wow. Eenmaal achterop, mijzelf voorzichtig aan hem vasthoudend, ruik ik zijn jas. De verliefdheid verdwijnt als sneeuw voor de zon door de geur van de jas. Hij stinkt.
Utrecht, april 2023